Metabole stoornissen

Hypoglykemie, hypoglycemie of hypoglycaemie houdt in dat de bloedglucosespiegel te laag is. Alle organen van het lichaam hebben suiker nodig om te kunnen functioneren en voor de hersenen is een constante toevoer van suiker zelfs van levensbelang. Een bloedglucosewaarde onder 3,5 millimol per liter (mmol/l) wordt beschouwd als een hypoglykemie.

Inhoud

  [verbergen

[bewerken]Hypoglykemie bij diabetespatiënten

Diabetespatiënten gebruiken medicijnen of insuline om ervoor te zorgen dat de bloedglucosespiegel niet te hoog wordt. Deze medicijnen kunnen een hypoglykemie veroorzaken. Dit kan optreden als de dosering van de medicijnen of insuline te hoog is, als de patiënt te weinig eet of door een andere verstoring van het evenwicht, zoals bij ziekte. Ook forse inspanningen kunnen een hypo veroorzaken.

Een hypoglykemie leidt tot allerlei onplezierige en soms schadelijke effecten. Veel symptomen van hypoglykemie worden veroorzaakt door hormonen die het lichaam aanmaakt om de bloedglucosespiegel te laten stijgen, voornamelijk adrenaline en cortisol. Een snelle en krachtige hartslag, trillen, transpireren en een slap gevoel zijn tekenen dat het lichaam probeert de bloedglucosespiegel te verhogen. Soms kunnen de genoemde hormonen niet voorkomen dat de bloedglucosespiegel verder daalt. Uiteindelijk kan de bloedglucosespiegel dan zo laag worden dat de hersenen niet goed meer functioneren. Dan kan men verward en/of geïrriteerd reageren en zelfs bewusteloos raken.

Dergelijke symptomen kunnen sterk lijken op die van dronkenschap, maar moeten daarmee dus zeker niet worden verward. Op het moment van een ernstige hypoglykemie kan men vaak niet meer zelf eten of drinken om glucose in te nemen. Dan blijven er feitelijk nog twee mogelijkheden over: ofwel er wordt een glucose-oplossing direct in de bloedbaan (intraveneus) geïnjecteerd (hetgeen alleen door gekwalificeerd medisch personeel kan en mag gebeuren) of er kan glucagon worden toegediend. Dit hormoon wordt normaal gesproken ook door het lichaam aangemaakt, maar bij diabetespatiënten is de glucagonrespons vaak verstoord of afwezig.

Glucagon is in een speciale uitvoering verkrijgbaar, die door een geïnstrueerde en geoefende leek kan worden geïnjecteerd. Vaak zal bijvoorbeeld de partner van een diabetespatiënt worden getraind om in noodgevallen deze injectie te geven. De glucagon wordt in de grote bilspier geïnjecteerd en zorgt ervoor dat de in de lever opgeslagen glucosevoorraad, die het lichaam bewaart voor noodgevallen, ineens of grotendeels wordt vrijgegeven. Binnen ca. 15-20 minuten zal de eerste verbetering zichtbaar moeten zijn, en na ca. 30 minuten behoort de patiënt weer goed aanspreekbaar te zijn. Ook in dit geval blijft het zinvol, zo niet noodzakelijk, om een arts te raadplegen.

[bewerken]Hypoglykemie bij niet-diabetespatiënten

Hypoglykemie bij niet-diabetespatiënten is een weinig voorkomend verschijnsel. Het kan een uiting zijn van een interne ziekte, zoals

Hypoglykemie wordt soms ook gezien bij gebruik van bepaalde (genees)middelen, zoals:

Pasgeborenen kunnen een hypoglykemie ontwikkelen indien de moeder diabetes had tijdens de zwangerschap. Het lichaam van het kind is dan ingesteld op een grote hoeveelheid glucose via de moeder. Deze glucose wordt na de geboorte van het kind plots niet meer aangevoerd, waardoor er relatief teveel insuline is en hypoglykemie kan ontstaan.

Ook na lang vasten, zoals bij anorexia nervosa kan een hypoglykemie optreden. Een van de meest voorkomende oorzaken van hypoglykemie bij niet-diabeten is echter het door de patiënt zelf heimelijk toedienen van insuline, hypoglycaemia factitia genaamd. Dit is een vorm van het Münchhausensyndroom.

[bewerken]Hypoglykemie en bloedglucosemeters

Bloedglucosemeters waarmee diabetespatiënten zelf thuis hun bloedsuikerspiegel kunnen meten, zijn specifiek gemaakt om hoge glucosewaarden precies te kunnen meten. De betrouwbaarheid van deze meters bij (te) lage bloedsuikerwaarden is laag.

[bewerken]Hypoglykemie na maaltijden

Sommige mensen ervaren klachten zoals zwakte, trillen, hartkloppingen of zweten na maaltijden. Dit fenomeen wordt reactieve hypoglycemie genoemd (andere benamingen zijn onder andere: functioneel hyperinsulinisme, essentiële hypoglycemie, functionele hypoglycemie, dysinsulinisme, hypoglycemische vermoeidheid, insulinogene hypoglycemie, relatieve hypoglycemie [1]). De klachten worden veroorzaakt doordat het lichaam met een te hoge insuline-afgifte reageert op de inname van (voornamelijk snelle) koolhydraten. Hierdoor daalt bij deze patienten na het eten van een koolhydraatrijke maaltijd de bloedglucosespiegel te snel en dat leidt tot de klachten.[2]

Hyperglycemie

Hyperglycemie is een te hoge bloedglucosespiegel die gepaard gaat met klachten. Het lichaam bevat op dat moment niet genoeg insuline, of de insuline werkt onvoldoende.  Omdat een dergelijke ontregeling soms gepaard kan gaan met klachten, is het belangrijk om hyperglycemie tijdig te herkennen en te behandelen.

Symptomen van hyperglycemie zijn o.a.:

1. Veel dorst

2. Vaak plassen

3. Vermoeidheid

4. Slecht of wazig zien

5. Gewichtsverlies

6. Misselijkheid en soms overgeven

7. Infecties, of langzame genezing daarvan

 

Niet altijd zal een periode van hyperglycemie even duidelijk of gemakkelijk te herkennen zijn. Bovenstaande symptomen hoeven namelijk niet altijd op te treden. Een langdurig verhoogde bloedglucosespiegel zal de kans op complicaties op de lange termijn vergroten. Wanneer de bloedglucose extreem hoog is (hoger dan 15 mmol/l), dient een patiënt met de arts of diabetesverpleegkundige te bespreken of het nodig is om het bloed of de urine op ketonen te testen. De aanwezigheid van ketonen wijst op verzuring van het bloed, en een dreigende ernstige ontregeling.

 

Waardoor kan hyperglycemie worden veroorzaakt?

1. Onvoldoende dosering van de medicatie (insuline of orale tabletten)

2. Te veel gegeten (koolhydraten)

3. Te weinig lichaamsbeweging

4. Anders ziektes

5. Stress

 

Hyperglycemie kan behandeld worden door een aantal maatregelen te nemen: 

1. Meer sporten of meer inspanning (dat mag alleen als er geen sprake is van aanwezigheid van ketonen in het bloed of de urine)

2. Aanpassen van eetgewoontes of dieet

3. Aanpassen van (de dosis van) gebruikte medicatie (insuline of tabletten)

 

Heeft iemand regelmatig last van hyperglycemieën, dan moet dat besproken worden met de diabetesverpleegkundige of specialist. Samen met hen moet gekeken worden of het verstandig is om voedingspatroon of medicatie / insulineschema te veranderen.

 

Voorkomen is beter dan blussen, is een bekend gezegde. Dat geldt ook voor hyperglycemie. Het is verstandig om rekening te houden met de volgende zaken om uw bloedglucose in balans te houden:

1. Volg uw vaste eetpatroon

2. Zorg voor voldoende beweging en / of sport

3. Wijk niet zonder meer af van het insulineschema

4. Controleer regelmatig het bloedsuikergehalte

Leverfunctiestoornis

Hierdoor zien de meeste pasgeborenen in de eerste week na de geboorte iets geel. Dit is meestal normaal. Bij ernstige geelzucht, of geelzucht die meer dan een week duurt, moeten echter een aantal potentieel gevaarlijke en behandelbare aandoeningen worden uitgesloten. Tenslotte kan de geelzucht zo ernstig zijn (geval 3) dat de kleurstof zelf in de hersenen neerslaat en tot neurologische schade leidt (kernicterus). Dit kan in lichte gevallen worden bestreden met lichttherapie: met blauw licht wordt de kleurstof in de huid in een goed oplosbare vorm omgezet; in ernstige gevallen kan een wisseltransfusie nodig zijn.

Geelzucht of icterus is het symptoom dat de patiënt geel ziet. Dit is meestal het best te zien aan het oogwit. Dit verschijnsel kan vele oorzaken hebben; een indeling van mogelijk oorzaken met korte bespreking volgt hieronder.

Patiënt met geelzucht veroorzaakt door hepatitis A

De gele kleurstof die de kleur veroorzaakt is meestal bilirubine, een afbraakproduct van de heem-groep in hemoglobine. Als hemoglobine wordt afgebroken (als een rode bloedcel het eind van zijn nuttige levensduur heeft bereikt) wordt de kleurstof eerst in een onoplosbare vorm van bilirubine omgezet, die door speciale eiwitten door het bloed naar de lever wordt getransporteerd, waar de stof door koppeling aan glucuronzuur, een goed oplosbare groep, wateroplosbaar wordt gemaakt. De nu oplosbare kleurstof wordt in de gal naar de darm uitgescheiden en is de oorzaak van de bruine kleur vanontlasting. Een klein deel van de kleurstof komt ook in het bloed terecht, deels als gevolg van heropname van de stof zelf uit de darminhoud, maar ook van reactieproducten ervan die door bacteriën in de darm zijn omgezet. Als de galwegen verstopt zijn (b.v. door een galsteen) kan de ontlasting vrijwel wit zijn ('stopverfkleur'). Galkleurstoffen zijn ook verantwoordelijk voor de gele kleur in urine, dat bij afwezigheid (zie Acholurie) op een bepaalde vorm van geelzucht duidt.

[bewerken]Categorieën oorzaken

  1. pre-hepatisch: ('voor de lever'): met de lever is niets mis maar er is een zodanig verhoogde afbraak van hemoglobine dat er veel aanbod is waardoor de patiënt (meestal niet erg) geel ziet. Bij bepaalde vormen van bloedarmoede door versterkte bloedafbraak, bij een aantal erfelijk bepaalde condities waarbij de verwerkingscapaciteit van de lever verminderd is (syndroom van Gilbert,syndroom van Crigler-Najjar)
  2. hepatisch ('door de lever'): de lever is zelf door ziekte aangetast (b.v. hepatitiscirrose) en kan minder aanbod aan en/of laat verwerkte producten teruglekken naar het bloed in plaats van naar de gal.
  3. post-hepatisch ('na de lever'): de gal-afvoerwegen (waaronder de ductus choledochus) zijn in of na de lever verstopt, meestal door een galsteen, soms door een tumor, waardoor er veel oplosbare bilirubine zijn weg terug vindt naar het bloed. De ontlasting zal dan licht tot wit zijn, de urine juist zeer donker, bruin.
  4. andere oorzaken: b.v. het eten door de patiënt van ongewoon veel gele kleurstoffen b.v. caroteen in wortelen of bruiningstabletten.

[bewerken]Geelzucht van de pasgeborene

Bij pasgeborenen spelen twee, soms drie factoren mee:

  1. De lever is nog onrijp en heeft nog geen zeer grote verwerkingscapaciteit voor bilirubine, en
  2. Na de geboorte wordt het foetale hemoglobine, dat van een andere samenstelling is dan het hemoglobine dat na de geboorte wordt aangemaakt, eerst afgebroken. Omdat in de baarmoeder de zuurstofspanning veel lager is, heeft foetaal hemoglobine een hogere affiniteit voor zuurstof. Er is meer 'aanbod'.
  3. Onder pathologische omstandigheden tenslotte vindt er bij de baby een versnelde afbraak van rode bloedcellen plaats omdat de moeder antistoffen heeft gemaakt tegen het foetale bloed (resusantagonisme). De afbraak van rode bloedcellen leidt tot een verhoging van het hemoglobine in het bloed dat wordt afgebroken waarbij er bilirubine ontstaat. Dit bilirubine is zeer giftig voor de hersenen van de baby. Voor de geboorte zorgt de moeder voor de afvoer van het bilirubine uit het bloed van de baby. Op het moment dat de baby geboren is vindt er een opeenhoping plaats van het bilirubine in het bloed. Dit verhoogde bilirubine gehalte in het bloed kan leiden tot motorische stoornissen, of in ernstige gevallen tot de dood. Als bij baby's op de eerste levensdag geelzucht wordt geconstateerd is dit altijd pathologisch.

    Hierdoor zien de meeste pasgeborenen in de eerste week na de geboorte iets geel. Dit is meestal normaal. Bij ernstige geelzucht, of geelzucht die meer dan een week duurt, moeten echter een aantal potentieel gevaarlijke en behandelbare aandoeningen worden uitgesloten. Tenslotte kan de geelzucht zo ernstig zijn (geval 3) dat de kleurstof zelf in de hersenen neerslaat en tot neurologische schade leidt (kernicterus). Dit kan in lichte gevallen worden bestreden met lichttherapie: met blauw licht wordt de kleurstof in de huid in een goed oplosbare vorm omgezet; in ernstige gevallen kan een wisseltransfusie nodig zijn. 

Hieronder het protocol zoals dat in de ambulancezorg wordt gebruikt bij Hypo-/hyperglycaemie:

Maak jouw eigen website met JouwWeb